VIJFENVEERTIGSTE BEWEGING

MIGI-ASHI-FUMIKOMI KIBA-DACHI

MIGI-ZENWAN-MIGI-SOKUMEN-CHUDAN-UCHIOTOSHI

SAKEN-HIDARI-KOSHI

Met het linkervoet als ondersteunend been, til de rechterknie en de rechtervuist hoog op en stamp naar voren, in de richting van de achterkant (URA-SHOMEN), en vorm KIBA-DACHI. De rechtervuist beweegt verticaal, in een neerwaartse beweging langs de rechterkant van het lichaam, met de rechterelleboog gebogen in een rechte hoek en op een afstand van anderhalve vuistbreedte van de rechterkant van het lichaam. De onderkant van de rechterarm wordt strak gehouden, en de rechteronderarm eindigt parallel aan de grond, met de achterkant van de vuist naar rechts gericht. Tegelijkertijd trek de linker vuist terug, draai de vuist naar buiten en borstel de linkeronderarm tegen de linkerkant van het lichaam totdat de vuist de linkerkant bereikt, met de achterkant van de vuist naar beneden gericht. MIGI-ZENWAN-MIGI-SOKUMEN-CHUDAN-UCHIOTOSHI SAKEN-HIDARI-KOSHI moet worden uitgevoerd aan het einde van deze bewegingen.

Opmerking: De drieënveertigste, vierenvierenveertigste en vijfenveertigste bewegingen vertegenwoordigen de herhaling van dezelfde techniek, en daarom moet achtereenvolgens een contrast in snelheid en kracht worden gemaakt tussen hen.

Punt: De rechtervuist beweegt verticaal in een neerwaartse beweging,

brengt de rechterelleboog naar de rechterkant van het lichaam en

raakt een stoot van een tegenstander op borsthoogte (CHUDAN)

met de rechteronderarm in een neerwaartse beweging.