Landend op het rechtervoet aan de rechterkant, vorm MIGI-ZENKUTSU-DACHI. Op hetzelfde moment, open de rechter vuist, beweegt de linker vuist naar voren, strijkend met de linkeronderarm langs de linkerkant van het lichaam en draait naar binnen terwijl de elleboog naar voren beweegt. De linkerelleboog slaat, raakt de rechterhand, met de achterkant van de linker vuist naar boven gericht. De linker vuist eindigt met het aanraken van de rechterkant van de borst, op het niveau van de tepel. USHO-NI-HIDARI-MAE-ENPI moet worden uitgevoerd aan het einde van deze bewegingen.
Opmerking: De negenentwintigste, dertigste en eenendertigste bewegingen moeten snel, in één vloeiende beweging worden uitgevoerd.
USHO-NI geeft aan waar de slag naartoe gericht is, namelijk naar de palm van de rechterhand.
Punt: Open de rechter vuist alsof je een tegenstander dichtbij het lichaam grijpt en trekt.