TWEEENVEERTIGSTE BEWEGING

HIDARI-ASHI-DACHI

SASHO-SOEDE-MIGI-JODAN-URA-ZUKI

MIGI-HIZA-ZUCHI

Houd het linkerbeen als het ondersteunende been, draai tegen de klok in en kijk in de richting van de voorkant (SHOMEN). Til tegelijkertijd de rechterknie hoog op en breng zowel de rechtervuist van de rechterzijde van de rechterdij als de linkerhand van de linkerkant van de rechterdij omhoog. Beweeg de rechtervuist en de linkerhand omhoog alsof je ze langs de buitenkant van de rechterdij borstelt totdat ze de voorkant van de kaak bereiken, plaats de palm van de linkerhand en de punt van de middelvinger tegen de binnenkant van de rechterpols, met de rug van de linkerhand naar links gericht en de rug van de rechtervuist naar beneden op een hoek. HIDARI-ASHI-DACHI SASHO-SOEDE-MIGI-JODAN-URA-ZUKI MIGI-HIZA-ZUCHI moet worden uitgevoerd aan het einde van deze bewegingen.

Opmerking: Houd zowel de rechterelleboog als de rechterknie zo dicht mogelijk bij elkaar.

Punt: De linkerhand blokkeert, grijpt en draait een rechtse stoot op borsthoogte (CHUDAN-ZUKI) van achteren, slaat met de rechterknie terwijl je de kaak van de tegenstander raakt met de rug van de rechtervuist (URA-ZUKI), kan als een optie worden gebruikt.

Opmerking: Het linkerbeen is uitgestrekt en de linkervoet rust plat op de vloer, zorg ervoor dat de hiel van de voet niet van de grond komt. Kijk ongeveer vier meter vooruit. Beide handen kunnen plat op de grond liggen en UCHI-HACHIJI vormen. In de tweeënveertigste beweging komt het bovenlichaam recht omhoog om een krachtige stoot uit te voeren (URA-ZUKTI), en zakt dan snel in de drieënveertigste beweging naar beneden.

Referentiepunt: Dit is een unieke positie van KANKU DAI, aangezien het element van verrassing ligt in het plotselinge laten zakken van het lichaam wanneer beide tegenstanders tegenover elkaar staan.

(KARATE-DO KYOHAN)